Wijkverpleging1edruk.nl
Over

Over het boek

Van wijkverpleegkundigen wordt veel verwacht. Dat ze klaarstaan voor patiënten met hun verschillende rechten, problemen, vragen en behoeften. En dat ze tegelijkertijd rekening houden met eisen en regels van zorgverzekeraars, gemeenten en landelijke overheid, die soms haaks staan op de wensen van de patiënt.

 

Met een stevige basis van theoretische kennis en praktische ervaring hoeft het zoeken naar een goed evenwicht niet eng te zijn. Sterker nog, voor wijkverpleegkundigen in hart en nieren is het juist de uitdaging om verder te kijken dan regels, richtlijnen, protocollen en classificatiesystemen, en in dialoog met de patiënt te bepalen met welke zorg die het beste geholpen is.

 

De kern van het vak van de wijkverpleegkundige wordt in dit boek samengevat in het Zorg en Zeggenschap-model. Per hoofdstuk wordt een onderdeel van dat model behandeld met relevante theorie en actuele casuïstiek om theorie en praktijk met elkaar te verbinden. Zodat studenten ontdekken wat balanceren tussen zorg en zeggenschap inhoudt en welke bagage zij daarvoor nodig hebben.

 

Doelgroep

Wijkverpleging. Balanceren tussen zorg en zeggenschap is bedoeld voor hbo-verpleegkundestudenten die zich voorbereiden op een toekomst als wijkverpleegkundige en voor verpleegkundigen die vanuit het ziekenhuis of het verpleeghuis in de wijk gaan werken en zich daarvoor willen bijscholen.

 

Bestellen

Het boek kan besteld worden op boomhogeronderwijs.nl

Over de auteurs

Aart Pool (1944) is opgeleid tot wijkverpleegkundige en werkte jaren in de wijk bij verschillende kruisverenigingen. Vervolgens studeerde hij psychologie en promoveerde hij in 1995 op het onderwerp ‘autonomie, afhankelijkheid en langdurige zorgverlening’. Vanuit zijn werk bij het NIZW, de voorloper van Vilans, was hij betrokken bij zorgvernieuwingsprojecten en vele landelijke commissies waaronder de voormalige Nationale Commissie Chronisch Zieken en de landelijke Commissie Kwalificatiestructuur opleiding Verpleging en Verzorging. Hij ontwikkelde het concept belevingsgerichte zorg en schreef verschillende boeken: over het leven met een chronische ziekte, over de competenties van hbo-verpleegkundigen en wijkverpleegkundigen, en over de werkwijze van Buurtzorg Nederland. Bij zijn afscheid van zijn werkzame leven ontving hij de Penning van Verdienste van de AVVV (Algemene Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden) voor de bijdrage aan de professionalisering van de verpleegkunde in Nederland. In 2003 werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.

 

Aenne Werner (1961) studeerde sociale wetenschappen in Engeland. Na de opleidingen tot ziekenverzorgende en verpleegkundige heeft zij vanaf 2003 onder andere gewerkt als coach, casemanager en leidinggevende in een Nederlands verpleeghuis. Vervolgens ging zij in Amsterdam als wijkverpleegkundige aan de slag, vanaf 2008 bij Buurtzorg. In 2012 is zij gepromoveerd op een onderzoek naar ‘community building’ door Ierse vrouwen in Londense volksbuurten, dat is gepubliceerd onder de titel Being Mary. Sinds 2014 is zij projectleider en onderzoeker bij Amstelringwijkzorg. 

 

Paulien van Antwerpen-Hoogenraad (1989) is na de hbo-v gaan werken als wijkverpleegkundige bij Buurtzorg Delft. Tegelijkertijd volgde ze de studie verplegingswetenschap. Zij studeerde af op een onderzoek bij NIVEL naar de rol van verpleegkundigen en verzorgenden in het bevorderen van zelfmanagement van mensen met dementie. Sinds maart 2016 werkt ze als docent verpleegkunde aan Hogeschool Rotterdam. Daarnaast is zij actief in beroepsvereniging V&VN.

 

Speciale dank voor haar bijdragen aan deze website gaat uit naar Ada ter Maten-Speksnijder, docent en onderzoeker aan het Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, die in september 2016 hoopt te promoveren op het onderwerp professionele verantwoordelijkheid van verpleegkundig specialisten.

Tip: deze website werkt wel op systemen met een smal scherm zoals een smartphone, maar je kunt hem beter gebruiken op een computer of tablet.

Hint: this website does work on a smartphone screen, but we recommend that you use a computer or tablet.